Op 15 maart van dit jaar, kort voor de verkiezingen, schreef ik een column met als titel Is een ‘zakenkabinet’ de oplossing voor een verdeeld politiek landschap? Inmiddels zijn we 6 maanden verder in de tijd maar geen stap dichterbij in het formatieproces. Sterker nog, de verdeeldheid in ons politieke landschap is verder geëscaleerd en komende weken wordt een poging gedaan om te komen tot een minderheidskabinet door puinruimer Johan Remkes.
Het gaat mij niet om mijn gelijk maar wel om mijn ‘verwondering’. En voor zover ik hoor en zie leeft dat gevoel ook bij vele anderen in mijn omgeving. Hoe kan het zo zijn dat onze politici, ongeacht hun politieke achtergrond, zich zo ‘niet constructief’ opstellen en ondanks alle beloften en toezeggingen in de verkiezingscampagne vast houden aan de door allen in woord zo verguisde ‘bestuurscultuur’ in Nederland.
Juist in coronatijd is de vraag om sterk leiderschap en vertrouwen in de politiek essentieel waarbij ik direct ook gezegd wil hebben dat het ons economisch goed afgaat momenteel. De economische groei is enorm, de werkloosheid laag en het aantal vacatures is nog niet eerder zo hoog geweest. Kortom, alle signalen staan op groen maar het sentiment lijkt steeds roder te kleuren. Hoe nu verder?
In mijn column van vandaag zal ik hier en daar ook stukken opnemen uit mijn vorige blog, juist om de tragiek van de status quo waarin we beland zijn te benadrukken. U herkent deze als cursief opgenomen teksten.
Grote verdeeldheid door onvrede
Nederland is wereldwijd altijd ‘het’ voorbeeld geweest van een polderland. Polderen in de zin van het winnen van land en polderen in de zin van het winnen van een meerderheid voor beleidskeuzes.
Ik focus me hier op de tweede vorm van polderen, compromissen sluiten en samenwerken. Polderen lukt echter alleen nog als het aantal gesprekspartners aan tafel overzichtelijk is en als dat niet meer het geval is moet je durven te veranderen!
Het politieke landschap in Nederland is na de verkiezingen van maart jl. nog sterker verdeeld dan voorheen met nog meer splinterpartijen. Waar ik eerder sprak over een schatting voor 15 tot 17 partijen in de tweede kamer zijn dit er inmiddels 18. Waarbij ik de naderende afsplitsing van Pieter Omtzigt nog niet heb meegeteld. Dit zal dan de 3e afsplitsing zijn binnen 6 maanden na de verkiezingen, na de Groep van Haga en de fractie Den Haan. Deze laatste afsplitsing is overigens de meest opzienbarende in de parlementaire geschiedenis, een afsplitsing van een partij met één zetel. Het ultieme bewijs van de teloorgang van ons politieke stelsel.
18 fracties die klagen over de traagheid van de formatie en die zelf juist onderdeel zijn geworden van het probleem, want iedere fractievoorzitter wil gehoord worden door de 1e, 2e en 3e informateur en willen allemaal hun zegje doen bij kamerzittingen.
Onwerkbaar
Als het een beetje tegenzit komen er straks 15 tot 17 partijen in het nieuwe parlement, een onwerkbare situatie. Kamerzittingen zullen nog langer duren door de vele partijen die allemaal hun spreektijd hebben en daarbij zullen zorgen voor heel veel herhaling van zetten vanuit ‘linkse’ dan wel ‘rechtse’ politiek. Bovendien zullen al deze partijen zich nog meer onderscheidend willen profileren door kamer debatten aan te vragen en ministers ter verantwoording te roepen op basis van krantenkoppen.
De oplossing kan alleen nog gevonden worden in het terugwinnen van het vertrouwen van de kiezer.
In maart schreef ik daar nog hoopvol over, inmiddels weet ik beter. Na de misser van Kajsa Ollongren, met haar onbedekte aantekeningen die openbaar werden, is de zaak alleen maar verslechterd. Mark Rutte heeft zichzelf in een positie gemanoeuvreerd die niet nodig was geweest. Hij had ruiterlijk toe kunnen geven dat de naam Pieter Omtzigt is gevallen in eerste gesprekken met de informateurs. Het aantal voorkeurstemmen dat Pieter kreeg was immers historisch en dus een belangrijk signaal van de kiezer waar gehoor aan gegeven moet worden in welke vorm dan ook. Echter, we kennen de geschiedenis en de ‘Omtzigt- gate’ heeft geleid tot heftige debatten die bijna leidden tot de ondergang van Mark. Deze ondergang is afgewend maar de debatten hierover hebben de onderlinge verhoudingen nog scherper gemaakt en bovenal het vertrouwen van de kiezer geschaad.
Op basis van zo’n broos onderling vertrouwen is de vorming van een ‘zakenkabinet’ schier onmogelijk. Overigens was daarvoor überhaupt geen belangstelling in politieke kringen. Het formatiespel startte enkele weken na de verkiezingen pas echt toen de eerste kruitdampen waren opgetrokken na bemiddeling van ‘good old’ Tjeenk Willink.
Juist als gevolg van dit gebrek aan onderlinge vertrouwen werden stellingen ingenomen door alle belangrijke partijen in het formatiespel waarop tot op de dag van vandaag geen concessies zijn gedaan, door niemand. Tenenkrommend!
Verandering
De grootste verandering die noodzakelijk is zit in de ‘organisatorische verandering’. Van een dichtgetimmerd politiek coalitieakkoord voor 4 jaar naar een akkoord op hoofdlijnen dat wordt uitgevoerd door een ‘zakenkabinet’.
Een kabinet waar bij de samenstelling ook meer rekening zal worden gehouden met diversiteit en inclusiviteit. Een kabinet dat na de verkiezingen beleid voert op basis van een meerderheid in de tweede kamer per onderwerp, voor onderwijs, economie, zorg, defensie, migratie, duurzaamheid, etc. Dat betekent dat dit beleid op inhoud de ene keer links georiënteerd zal zijn en de andere keer rechts georiënteerd, dit al naar gelang de meerderheid in de tweede kamer en op basis waarvan de hoofdlijnen zullen worden opgesteld.
Een ‘zakenkabinet’ is voor de huidige hoofdrolspelers geen optie en ook de vorming van een ‘minderheidskabinet’ is er inmiddels niet eenvoudiger op geworden door de verharding van de onderlinge verhoudingen. Toch zal dit nog de enige oplossing zijn om te komen tot een kabinet. We moeten toch niet denken aan nieuwe verkiezingen die zal leiden tot een soortgelijke samenstelling van de kamer (zie de peilingen) met nog meer partijen en zelfde problematiek.
Ik wacht met spanning af wat er de komende weken gaat gebeuren, maar eerlijk gezegd heb ik er weinig vertrouwen in tenzij Johan Remkes echt potten kan breken.
Frans de Vos bestuurslid Financials For Financials en als Businesspartner verbonden aan HighQ.